Willem Claesz. Heda -Stilleven met vergulde Goblet (1635)

Ik moest het schilderij Stilleven met vergulde Goblet van Willem Claesz. Heda gaan analyseren:
Het schilderij is heel realistisch en komt goed overeen met de werkelijkheid. het schilderij is in 2D geschilderd en het is met olie verf geschilderd op een paneel. In mijn ogen komt het licht van links boven van achter de schilder. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een raam waar geen glas in lood in zit omdat het licht een normale gloed heeft. Verder zijn is er qua kleurgebruik gekozen voor wat donkere kleuren. Vooral bruin tinten.
Verder is het perspectief geometrisch en is het een samengesteld schilderij van allemaal verschillende voorwerpen met duidelijke contouren. Het schilderij is zelf glad geschilderd.
Het schilderij is verder asymmetrisch en is statisch. Dit wil zeggen dat alle voorwerpen stil staan en er geen beweging in het schilderij zit.
Mijn gedachte achter dit schilderij is dat de schilder wilde laten zien hoe goed deze familie het had. Dit komt dan door de goblet en door al de resten van het eten dat over is. Verder denk ik dat het komt omdat er een soort van karaf staat waar men vroeger wijn in deed. Dit is een teken dat deze familie niet krap bij kas zat.
In mijn ogen denk ik dat dit schilderij echt als decoratie is gebruikt bijvoorbeeld bij iemand in de woonkamer of boven de schoorsteenmantel. Persoonlijk zou ik het niet in mijn huis ophangen. Niet omdat ik het niet mooi vind maar omdat ik het beter in een museum vind passen tussen andere schilderijen met deze stijl. Ik vind het daar beter passen en na een tijdje zal ik op dit schilderij zijn uitgekeken.
En dan de laatste vraag was dat waar het schilderij nu hangt dat het daarvoor de bedoeling was. Nou dit schilderij hangt in het Rijksmuseum en ik denk (is maar een gokje :p ) dat het daarvoor niet bedoeld was. Ik denk persoonlijk dat het echt bedoeld was om bij iemand in zijn huis op te hangen of op een plek waar het mooi en rustig hangt.
De schilder:
Willem Claeszoon Heda (1594 - circa 1680) is een kunstschilder uit de Gouden Eeuw die zich specialiseerde in het schilderen van stillevens. Heda werkte in Haarlem en was daar hoofdman van het Sint-Lucasgilde, maar verder is vrij weinig over het leven van Heda bekend. Een van de leerlingen van Heda was zijn zoon, Gerret Willemsz. Heda.
Heda was een meester in het weergeven van de stofuitdrukking van de voorwerpen. Vaak hebben de stillevens van Heda een compositie in de vorm van een driehoek, waarbij de hoogste voorwerpen aan één zijde werden geplaatst. Heda gebruikte vrij weinig kleur in zijn werk, dat door sommigen monochroom wordt genoemd. De stillevens worden wel aangeduid met de term banketjes of ontbijtjes. Heda gebruikte vaak dezelfde voorwerpen in zijn schilderijen.
Er zijn ongeveer 70 werken van Heda bekend, onder andere in het Rijksmuseum in Amsterdam, in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, en in het Museum voor Schone Kunsten in Gent.
De stijl:
De barok is een Europese stijlperiode, zich uitstrekkende van de 17e eeuw tot in de eerste helft van de 18e eeuw, die zijn oorsprong had in Italië en tot uiting kwam in de architectuur, tuinarchitectuur, schilderkunst, beeldhouwkunnt, literatuur en muziek. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vroeg-, hoog- en laatbarok. De laatbarok wordt ook wel rococo genoemd. De eigenlijke start van de barok hangt af van streek tot streek, zo bloeide de barok al veel vroeger in Italië, met name in Rome, terwijl in het noorden de renaissance nog aan het nabloeien was. We kunnen dus zeggen dat in het algemeen de barok duurde van 1575 tot 1750. De stijl bouwt voort op de renaissance, maar slaat snel zijn eigen weg in. In de loop van de tijd ontdekken ook veel heersers het effect van de dramatische barok; zo wordt de stijl benut door het Vaticaan. Door veel pracht en praal te gebruiken in de bouwstijl van de kerken proberen de katholieken die mensen, die overgegaan waren tot het Protestantisme, te imponeren en zo terug te krijgen.
De Spanjaarden exporteerden deze stijl naar de Nieuwe Wereld waar hij gretig onthaald werd om mensen te bekeren. Met vondsten daar kleedden de Spanjaarden hun kerken aan.
In Frankrijk raakt de barok aan het Franse hof in de mode. Lodewijk XIV maakte dankbaar gebruik van deze stijl, die hij leerde kennen dankzij kardinaal Mazarin, om zijn absolutistische ideeën kracht bij te zetten. Hij liet het Kasteel van Versailles bouwen. Met barokke kunst en architectuur werd beoogd het publiek te imponeren; de toeschouwer moest zich nietig voelen bij het betreden van het kasteel.
In de Zuidelijke Nederlanden, onder rooms-katholiek Spaans bewind, was de grootste meester de schilder Peter Paul Rubens. In Italië bestudeerde hij de meesters van de renaissance en vroege barok. Onder invloed van die italiaanse kunst ontstond zijn stijl met weelderige vrouwen en gespierde mannen. Anthonie van Dijck is zijn meest begaafde leerling. Als hofschilder maakte hij vooral portretten. In de Noordelijke Nederlanden was de barok vooral de kunst van de burgerij en veel minder uitbundig dan in Zuid-Europa vanwege het protestantisme. Dankzij het bloeiende handelsklimaat in het protestantse deel van de Nederlanden ontstonden er talloze specialismen, zoals: het historiestuk, schutterstuk, stilleven, genrestuk, zeestuk en landschap. Van de talloze Hollandse meesters was Rembrandt van Rijn (1606-1669) het grootste talent en in haarlem was dit Frans Hals (1583-1666).
Maak jouw eigen website met JouwWeb