Draakje en Gotiek
Voor deze opdracht moesten we kiezen of we een raam gingen ontwerpen of een draak gingen tekeken. ik heb er voor gekozen om een draak te tekenen. dit is mijn resultaat:

Ik persoonlijk vind het wel goed gelukt. Hij is best wel schattig dik geworden alleen is de kop niet zo heel eng, wat een beetje jammer is. Verder vind ik dat zijn vleugels wel goed gelukt zijn en dat de staat ook wel oke is geworden. Ik vond dit best een grappige opdracht omdat je je eigen fantasie kon gebruiken. ik heb wel een plaatje van internet gebruikt maar alsnog heb ik zelf wat dingen verandert.
Dit draakje hoort bij de stijle gotiek. De gotiek is de naam voor een laatmiddeleeuwse stijl toegepast in de periode 1140-1500 in de beeldende kunsten en de architectuur, die vooral aanwezig is in kerkgebouwen.
De gotiek wordt gezien als de eerste echt vernieuwende stijl sinds de val van het Romeinse Rijk. De term gotiek werd voor het eerst vernoemd in 1550, in het werk "Le vite de piu eccellenti Architetti" van de bouwmeester Giorgio Vasari. Deze benoemde de stijl als "Stile Gotico". Hij vond de spitse bogen en gewelfde plafonds "monsterlijk en barbaars". Hij gaf er de Goten de schuld van, de Noord-Europese indringers die Rome hadden geplunderd en het klassieke verleden hadden bezoedeld. Er waren grote regionale verschillen met een duidelijke ontwikkeling. Ondanks deze verschillen zijn er ook gemeenschappelijke kenmerken. De belangrijkste eigenschappen van de gotiek zijn de 'drang naar verticaliteit' (in verhouding veel hoger dan breeder) en naar 'licht'. Dat licht werd binnengehaald door hoge vensters en grote roosvensters. Gebouwen werden steeds hoger en daardoor ogenschijnlijk smaller. In de beeldhouwkunst en schilderkunst zien we langgerekte figuren zowel in de uitbeelding van menselijke figuren als in de weergave van decoratie. De gotiek won het al snel van zijn voorganger, de romaanse architectuur. Religieuze gebouwen werden in deze stijl gebouwd: talrijke belforten en kathedralen groeiden naar de hemel. Gewoonlijk werd Pro Deo gebouwd (ter ere van God); de namen van de architecten en de bouwlieden bleven vaak onbekend. Alhoewel op te merken valt dat - vanaf deze periode - bepaalde gebouwen niet meer anoniem gebouwd werden en dat tijdens de verdere geschiedenis van de bouwkunst de namen van de architecten en kunstenaars wel bekend werden.
Het veelvuldig gebruik van spitsbogen en hoge glasramen evenals de aanwezigheid van baldakijnen en roosvensters versterkten de verticaliteit. Door de grote hoogte van de kerken en kathedralen dienden de muren aan de buitenkant van het gebouw verstevigd te worden met steunberen om de kracht ten gevolge van de zware gemetselde gewelven te kunnen opvangen. Vooral in de Franse en Spaanse kerken werd de techniek van de luchtbogen gebruikt; deze bogen vormen de verbinding tussen de steunbeer en de buitenmuur. Het tongewelf en kruisgewelf werd vervangen door het kruisribgewelf waarbij de ribben de dragende elementen werden. In de 14e, 15e en 16e eeuw ging de gotiek over in de Renaissance, het eerst en min of meer abrupt in Italiƫ, waar de gotiek nooit echt brede ingang vond. In Noord-Europa was de overgang veel geleidelijker en zien we veel overgangsvormen. In Nederland werd, bij de bouw van kerken, de gotische vorm nog tot in de 17e eeuw gebruikt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb